Terwijl half Nederland geniet van de vakantie verschijnen er nieuwsberichten, columns en tweets over het mogelijke einde van de erfbelasting. Deze geluiden zijn er al zolang de erfbelasting (Successiewet 1956) bestaat. Toch is er nu ook directe aanleiding. De rechter heeft namelijk in procedure uitgemaakt dat de wetgeving discriminerend is. Wat betekent dit voor u?
In de successiewet is een (gedeeltelijke) vrijstelling voor de verkrijging van bedrijfsvermogen opgenomen. Stel dat je een bedrijf erft en dit wilt voortzetten, dan hoef je geen of heel weinig erfbelasting te betalen. De wetgever wil hiermee voorkomen dat bedrijfsopvolging bij overlijden tot financiële moeilijkheden zou leiden.
In de procedure bij de rechtbank in Breda vindt een erfgenaam dat de vrijstelling ook van toepassing moet zijn op de verkrijging van privé vermogen. Hij vindt het onaanvaardbaar discriminerend dat de verkrijging van bedrijfsvermogen gedeeltelijk vrijgesteld is, terwijl de verkrijging van privé vermogen volledig belast is. De rechtbank geeft hem gelijk en vermindert de aanslag.
Het gebeurt niet vaak dat een rechter de wet discriminerend verklaart. De procedure is gevoerd bij de rechtbank en belastingdienst heeft laten weten dat ze in hoger beroep gaan. De verwachting is dat de Hoge Raad uiteindelijk over de zaak zal moeten beslissen.
Ik verwacht niet dat de procedure uiteindelijk gewonnen zal worden en mocht dat (kunnen) gaan gebeuren, dan zal de wetgever ingrijpen.
Toch is verstandig om tegen een aanslag erfbelasting bezwaar te maken. Daarmee stel je immers je rechten veilig. Als uiteindelijk blijkt dat belastingplichtige (gedeeltelijk) gelijk krijgt, dan zal de inspecteur ook bij jou de aanslag (gedeeltelijk) moeten verminderen.
Bron: rechtbank Breda 13 juli 2012 AWB 11/5509